Bij embryotransplantatie (ET) wordt het embryo uit de baarmoeder van de biologische moeder (donormerrie) gespoeld en overgezet (transfer) in de baarmoeder van een draagmerrie. De draagmerrie zal vervolgens het embryo uitdragen, waarna zij zal bevallen van het embryoveulen.

Het embryo draagt dus de genetische kenmerken van de donormerrie, maar de donormerrie draagt het veulen niet zelf.

Voor- en nadelen

Het grote voordeel van ET is dat de merrie niet zelf het veulen draagt.

Redenen voor ET kunnen zijn:

  • De merrie kan zelf geen veulen ter wereld brengen, bijvoorbeeld door fysieke problemen.
  • De merrie is vanwege haar leeftijd niet in staat de volledige dracht te doorstaan, of het is niet verstandig dat te doen.
  • Het betreft een waardevolle sportmerrie waarbij het wenselijk is dat zij zonder onderbreking in de (top)sport kan blijven.
  • Het betreft een genetisch interessante merrie waarbij ET de mogelijkheid biedt om meerdere veulens per jaar te fokken.
  • Het betreft een jonge, genetisch waardevolle merrie, die nog te jong is om zelf te dragen. Via ET kan zij al wel voor nageslacht zorgen, op deze manier wordt het generatie-interval verkort.
  • Merries die erg laat in het seizoen geveulend hebben, kunnen het jaar erop toch een veulen krijgen door middel van ET. De draagmerrie krijgt het veulen dan ook pas laat. De donormerrie zelf kan echter wel vroeg in het seizoen weer worden gedekt. Op deze manier hoeft er geen jaar overgeslagen te worden in de fokkerij.
  • Het betreft een bewezen fokmerrie die goedgekeurde hengsten en/of zeer goede sportpaarden heeft voortgebracht, of zelf internationaal heeft gepresteerd. Van dit soort merries wil de fokker graag meerdere nakomelingen per jaar hebben en biedt ET uitkomst.

Er zijn ook enkele nadelen verbonden aan ET.

Hierbij kan worden gedacht aan:

  • De merries, zowel donor- als draagmerrie, dienen intensiever begeleid en opgevolgd te worden door een dierenarts en nauwkeurigheid is hierin heel belangrijk.
  • ET is een zeer specialistische handeling en dient uitgevoerd te worden door een dierenarts die hiervoor bevoegd en bekwaam is.
  • Doordat er meer handelingen worden uitgevoerd dan bij het normaal drachtig maken van een merrie, liggen de kansen op een uiteindelijke dracht van de draagmerrie wat lager dan wanneer de donormerrie direct drachtig wordt gemaakt.

Het verloop van de behandeling

De veterinaire begeleiding

Om de kans van slagen bij ET zo groot mogelijk te maken, moet de donormerrie goed vruchtbaar zijn en is een goed bevruchtende hengst wenselijk. Maar ook een jonge draagmoeder zonder gynaecologische problemen is heel belangrijk. Uit onderzoek blijkt dat de embryo-opbrengst beter is bij gezonde donormerries onder de 15 jaar, zonder vochtproblemen in de baarmoeder, die gedekt worden met vers of gekoeld sperma.

De veterinaire begeleiding van de donormerrie die voor ET wordt ingezet, is intensiever dan de reguliere begeleiding. Het eerste deel van de begeleiding is grotendeels vergelijkbaar met die van een normale dracht waarbij de fokmerrie zelf het veulen blijft dragen. Het voornaamste verschil is dat de eisprong nauwkeurig moet worden bepaald.

De merrie wordt op of rond de eisprong gedekt, afhankelijk van welk type sperma er wordt gebruikt: vers, gekoeld of diepvries sperma. De bevruchting vindt dus plaats in de donormerrie. Op de 7e of 8e dag na de eisprong wordt het embryo uit de donormerrie ‘gespoeld’. De dag van eisprong moet zeer nauwkeurig worden bepaald. Als het tijdstip van ovulatie niet op de dag nauwkeurig is bepaald, kan het zo zijn dat het embryo op de dag van spoeling een dag jonger en kleiner is óf ouder en dus groter, dan wenselijk is. Een embryo verdubbelt zich in deze eerste periode, per dag in grootte. Een embryo dat kleiner is zal moeilijker te vinden zijn, of zich zelfs nog in de eileider van de donormerrie bevinden. Een embryo dat ouder is dan 8 dagen is een stuk kwetsbaarder geworden en past mogelijk niet meer in de gebruikte rietjes past, waardoor en het risico bestaat dat het beschadigd raakt.

Embryospoeling

Het spoelen van de donormerrie dient zo hygiënisch mogelijk te gebeuren. Ter voorbereiding op de spoeling wordt de mest uit het rectum van de merrie verwijderd en wordt de vulva uitgebreid gewassen en gedesinfecteerd. De meeste merries ondervinden weinig hinder van het spoelen, waardoor sedatie vrijwel nooit nodig is.

Nadat de merrie zorgvuldig is schoongemaakt, wordt de spoelcatheter met aan het uiteinde een opblaasbaar ballonnetje via de baarmoedermond in de baarmoeder gebracht. Het ballonnetje wordt opgeblazen zodra deze de baarmoedermond is gepasseerd. Hiermee wordt de spoelcatheter op zijn plek gehouden tijdens de spoeling en wordt voorkomen dat er spoelvloeistof langs de catheter weglekt. Spoelvloeistof wordt via de spoelcatheter in de baarmoeder ingebracht en daarna ook weer afgevloeid. De spoelvloeistof gaat vervolgens door een speciaal filter. Dit filter laat wel de spoelvloeistof door, maar het embryo wordt tegengehouden. Als het spoelen van de baarmoeder klaar is, wordt onder een microscoop gekeken of er een embryo in het filterbakje aanwezig is.

Wanneer er een embryo wordt gevonden, zijn er twee mogelijkheden. Het embryo kan direct worden overgezet in de draagmerrie of het embryo kan worden opgestuurd naar de draagmerrie.

Een embryo dat binnen 24 uur op de plaats van bestemming is, heeft net zoveel kans om aan te slaan in de draagmoeder als een embryo dat direct wordt overgezet. Als een embryo op transport gaat, wordt het in een speciaal medium gewassen en bewaard. Een buisje met daarin het embryo wordt in een speciale transportdoos gedaan, waarbinnen de temperatuur heel geleidelijk daalt richting 4°C. Op deze manier kan het embryo een dag overleven buiten de merrie. Als de merrie s ’morgensvroeg wordt gespoeld, dan kan het embryo diezelfde dag nog worden geplaatst (transfer) in de beschikbare draagmerrie.

Omdat na de spoeling de drachtigheid van de donormerrie voorbij is, kan de merrie in hetzelfde seizoen opnieuw hengstig worden. Hierdoor kan de hele procedure van inseminatie en ET herhaald worden, indien dit wenselijk is. Op deze manier zou het mogelijk zijn om meerdere embryo’s per seizoen te verkrijgen.

De draagmerrie(s)

In een ideale situatie zijn er per donormerrie twee draagmerries beschikbaar om de kans van slagen zo groot mogelijk te maken. Deze draagmerries worden gesynchroniseerd met de donormerrie. Dit houdt in dat de cyclus van de draagmerrie gelijk loopt met die van de donormerrie. De draagmerrie mag 1 dag voor tot 4 dagen na de donormerrie ovuleren. Ook voor de draagmerrie is het dus van belang dat de dag van eisprong exact bekend is. Het synchroon laten lopen van de merries kan worden gestuurd door gebruik te maken van prostaglandines, Chorulon en Regumate om de hengstigheid en ovulatie te beïnvloeden en de dracht in stand te houden

Embryotransfer

Voor de embryotransfer wordt de vulva van de draagmerrie grondig gereinigd en gedesinfecteerd. Nadat het embryo goed is gewassen, wordt het opgezogen in een rietje. Dit rietje wordt in een speciaal transferpipet gedaan. Dit pipet wordt door de dichte baarmoedermond van de draagmerrie ingebracht. Vervolgens wordt het rietje heel voorzichtig leeggedrukt, waarbij het embryo in de baarmoeder van de draagmerrie wordt achtergelaten. De lege transferpipet wordt vervolgens weer rustig uit de baarmoedermond van de draagmerrie verwijderd. Het uiteinde van de pipet wordt vervolgens gecontroleerd om er zeker van te zijn dat het embryo niet in de pipet is achtergebleven.

Na 4 tot 5 dagen is duidelijk of de embryotransplantatie is geslaagd. Het embryo is dan 12 tot 13 dagen oud en is zichtbaar op de echo.

Welke resultaten kunnen worden verwacht bij ET?

In ongeveer de helft van de spoelingen wordt er een embryo gevonden. Van de embryo’s die worden overgezet, slaat ongeveer 75% aan. Deze percentages gaan omhoog als de omstandigheden worden geoptimaliseerd, door bijvoorbeeld de beschikking te hebben over een jonge, gezonde draagmerrie, door gebruikt te maken van vers sperma en door de juiste veterinaire begeleiding. Als deze factoren bij elkaar bepalen of er één of meer spoelingen en/of transfers nodig zijn om tot een drachtige draagmerrie te komen.

Net zoals bij een normale dracht, kan een embryo in de eerste 6 weken verloren gaan als gevolg van vroegembryonale sterfte. Al met al levert gemiddeld één op de drie spoelingen een levend geboren veulen op. Het hele embryotransplantatie proces is kostbaar en arbeidsintensief, maar zeer zeker de moeite waard!

ICSI

Ook voor ICSI embryo’s kunnen draagmerries van De Draagmerriecentrale worden ingezet.